Eksterstrategie — regieloze implementatie van 'schitterend' beleid

Eksterstrategie gesymboliseerd door een naar rechts wegvliegende ekster met een gestolen zilveren theelepel in de snavel.
© 2025 Academie Voor Maatschappelijke Innovatie

Laatste update: 8 november 2025

Auteur: Wynsen Faber
  • Eksterstrategie — regieloze implementatie van ‘schitterend’ beleid

    In het kort. In een samenleving waar vraagstukken complex en verweven zijn, is exclusieve sturing door de overheid illusie. Eksterstrategieën bieden een alternatief: ontwerp beleid zó aantrekkelijk en deelbaar dat anderen het vrijwillig adopteren, aanpassen en verspreiden. Geen dwang, wel glans; geen regie, wel gedeeld eigenaarschap.

    Eksterstrategieën laten (overheids)beleid leven in de handen van burgers, bedrijven en netwerken. Niet door hiërarchische controle, maar door verleiding, nieuwsgierigheid en eigenaarschap. Dat sluit aan bij wat Noordegraaf de interventiefuik noemt: een groeiende vraag naar overheidsingrijpen terwijl de feitelijke beïnvloedingsmogelijkheden afnemen. Regieloze samenwerking benut dan juist de kracht van het systeem zelf.

    1. Het Paard van Troje — de oudste Eksterstrategie ter wereld. Lang voordat beleidsmakers woorden gebruikten als ‘participatie’ of ‘co-creatie’, ontdekten de oude Grieken al de kracht van verleiding boven geweld. Tien jaar lang lukte het niet om Troje te veroveren. Tot ze iets nieuws probeerden: geen aanval, maar aantrekkingskracht. Een schitterend houten paard, groot, raadselachtig en zorgvuldig versierd. De Trojanen zagen geen list, maar schoonheid — en haalden het zelf binnen de stadspoort.

      Daarin schuilt het geheim van de Eksterstrategie: het werkt niet door te duwen, maar door te laten trekken. Het paard was geen bevel, maar een uitnodiging. Het verspreidde zichzelf omdat het paste bij wat mensen wilden geloven: dat iets wat glanst, wel goed zal zijn. De rest ging vanzelf. En dat maakt het Paard van Troje tot de ultieme les in invloed — wat schittert, beweegt. Of dat richting wijsheid is of ondergang, hangt af van het geweten van de bouwer.

    2. Waarom eksterstrategieën nodig zijn

      De samenleving veroorzaakt én moet helpen oplossen wat ze ingewikkeld maakt: klimaat, zorg, migratie, veiligheid, wonen. Eén actor kan dat niet sturen. De overheid kan richting geven en verbinden, maar is afhankelijk van de bijdragen van velen. Eksterstrategieën maken die bijdragen waarschijnlijker door beleid aantrekkelijk, deelbaar en betekenisvol te maken — zodat partners willen meedoen.

    3. Wat zijn Eksterstrategieën?

      Het beeld is ontleend aan de ekster: aangetrokken door wat glinstert. In beleid werkt glans net zo — opvallende, betekenisvolle signalen die uitnodigen om mee te doen. Het is géén trucendoos, maar een strategische manier van beïnvloeden die drie logica’s verbindt: psychologisch (Kahneman, Cialdini), sociaal (Ostroms netwerken en co-productie) en cultureel (Dawkins’ memetica).

    4. Geen losse tactiek maar een strategie

    5. Een strategie verbindt visie, principes en langetermijndoelen; tactieken zijn losse acties. Waar klassieke campagnes vooral zenden, laat de eksterstrategie de boodschap leven in handen van anderen. Het is systemisch en aanhoudend — geen eenmalige actie, maar een lerend netwerk van signalen dat zichzelf versterkt.

    6. De samenleving als systeem van gedeelde invloed

    7. Invloed is gedistribueerd. Politiek, bedrijven, media, burgers: iedereen draagt bij aan patronen. Overheden zijn één actor onder velen. Duurzame verandering vraagt daarom om strategieën die meebewegen met die pluriformiteit. Eksterstrategieën doen precies dat: de overheid is niet de dirigent, maar ontwerpt de context waarin anderen de muziek willen meespelen.

    8. De valkuil van kerntaken

    9. “Niet onze taak” remt vooruitgang in een netwerkwereld. De eksterstrategie vertrekt vanuit invloed (wat je kán betekenen), niet slechts vanuit bevoegdheid (wat je móét doen). Wie profiteert van samenleving, draagt ook verantwoordelijkheid voor haar ontwikkeling — voorbij de taakgrens.

    10. Hoe Eksterstrategieën werken: 7 bouwstenen

      1) Beleidsglans. Visuele/taalglans die opvalt en blijft hangen (bijv. SDG-iconen). Glans wekt nieuwsgierigheid en verlaagt de drempel om te delen.

      2) Nieuwsgierigheid. Laat ruimte voor ontdekking (open eindjes, prikkelende vragen of beelden) zodat mensen zélf verder willen zoeken en reageren.

      3) Deelbaarheid. Ontwerp formats die moeiteloos te kopiëren en te variëren zijn (quote-tiles, korte video’s, sjablonen). Deelbare vormen maken adoptie goedkoop.

      4) Sociaal bewijs. Laat zien wie er al meedoet (peers, vertrouwde organisaties). Niet manipulatief, maar uitnodigend normsignaal.

      5) Eigenaarschap. Sta toe dat anderen het idee aanpassen aan hun context. Transformatie = verspreiding + relevantie.

      6) Ethiek. Transparantie, keuzevrijheid, proportioneel gebruik van emotie. Glans mag verleiden, niet misleiden (Hansen & Jespersen).

      7) Regieloze versterking. Laat het systeem werken: overheid observeert, faciliteert, deelt goede varianten — en durft los te laten.

    11. De autonomie van de adoptieouder

      Vrijwillige adoptie is de lakmoesproef. Burgers/organisaties omarmen alleen wat resoneert met hun waarden en belangen. Daarom onderscheidt de eksterstrategie zich van propaganda: de overheid dwingt niet, maar verleidt met betekenisvolle glans — en accepteert ook “nee”.

    12. De ethische kant: glans met geweten

      Dezelfde principes die goed beleid verspreiden, kunnen ook misinformatie aandrijven (nepnieuws, astroturfing, deepfakes). Daarom is een ethisch kader essentieel: helder over herkomst, waarheidsgetrouw, ruimte voor tegenspraak, en zicht op onbedoelde effecten.

    13. Ethische waarborgen bij overheidsgebruik

      Democratische checks (vrije pers, onafhankelijke rechtspraak, audits, burgerfora) bieden tegenkracht, maar niet overal en altijd. Werk daarom met transparantieprotocollen, ethische toetsing en “open varianten”: wie deelneemt, is zichtbaar. Juist die zichtbaarheid maakt toezicht eenvoudiger.

    14. De ethische kant van glans: invloed met geweten

      Zoals het Paard van Troje laat zien, kan verleiding zowel scheppen als vernietigen. Wat schittert, beweegt – maar of dat richting wijsheid is of ondergang, hangt af van het geweten van de bouwer. Ook moderne Eksterstrategieën balanceren op die dunne lijn tussen inspireren en misleiden. Hun kracht – aantrekkingskracht, deelbaarheid en emotionele resonantie – kan net zo goed worden gebruikt om te verbinden als om te verdelen.

      Dezelfde principes die Eksterstrategieën effectief maken in maatschappelijke communicatie, vormen ook het fundament van minder zuivere beïnvloeding. Denk aan commerciële astroturfing: zorgvuldig georkestreerde campagnes die de illusie wekken van een spontaan gedragen mening, terwijl ze in werkelijkheid uit de lucht komen vallen. Of aan de verspreiding van desinformatie via emotioneel geladen beelden, nepprofielen of deepfakes. Ze gebruiken exact dezelfde mechanismen van glans, herkenning en sociale bevestiging – maar dan zonder transparantie of verantwoordelijkheid. Het verschil tussen ethiek en manipulatie ligt dus niet in de methode, maar in de intentie en openheid van de afzender.

      Daarom zijn ethische waarborgen cruciaal, zeker voor overheden en (semi-)publieke organisaties die Eksterstrategieën inzetten. Transparantie over herkomst, doel en intentie van boodschappen moet een vanzelfsprekend onderdeel zijn van de strategie zelf. Glans mag verleiden, maar niet verblinden. Overheden hebben de plicht om hun invloed verantwoord te gebruiken: ze dienen het publieke belang, niet hun eigen imago of beleidsreputatie. Wanneer verleiding doorslaat in sturing of framing die burgers onbewust richting één gewenste overtuiging duwt, verandert een Eksterstrategie in een modern Trojaans paard – aantrekkelijk van buiten, maar gevaarlijk van binnen.

      Dat maakt ethisch toezicht en publieke controle essentieel. Democratische stelsels bieden formele waarborgen zoals vrije pers, onafhankelijke rechtspraak en maatschappelijke tegenspraak, maar de dagelijkse praktijk binnen decentrale netwerken en lokale initiatieven onttrekt zich vaak aan die aandacht. Daar kunnen subtiele vormen van beïnvloeding, groepsdruk of selectieve informatievoorziening alsnog optreden. Daarom verdienen ook binnen lokale overheden en semi-publieke instellingen ethische codes, transparantieprotocollen en reflecties op beïnvloedingspraktijken een structurele plek. Invloed moet toetsbaar blijven, juist omdat zij onzichtbaar werkt.

      De kernvraag bij elke Eksterstrategie luidt dus niet: werkt het? maar: waarom en voor wie werkt het? Verleiding is een krachtig instrument, maar zonder geweten wordt ze al snel een wapen. Wie beleid wil laten schitteren, draagt daarmee ook de verantwoordelijkheid om te waken over zijn glans – zodat die licht werpt in plaats van verblindt.

    15. Discussie

      Eksterstrategieën passen bij een werkelijkheid waarin niemand de knoppen alleen bedient. Ze helpen beleid organisch bewegen, maar roepen terechte vragen op: waar eindigt uitnodiging en begint manipulatie? Hoe verantwoord je varianten die een eigen leven gaan leiden? En hoe borg je waarheid in een ecosysteem dat juist draait op deelbaarheid en glans? De verkenning hier is uitnodiging tot doorontwikkeling: combineer effectiviteit met openheid, en maak reflectie onderdeel van het ontwerp (bijv. publieke logboeken, onafhankelijke evaluaties, live-learn-loops).

    16. Conclusie: beleid dat zichzelf laat bewegen

      Eksterstrategieën vertegenwoordigen een verschuiving van controle naar context: ontwerp glans, deelbaarheid en eigenaarschap — en laat het systeem werken. Mits ethisch en transparant toegepast, verminderen ze regiedruk en vergroten ze maatschappelijke slagkracht. Niet méér sturen, maar beter verleiden: zo laat beleid zichzelf bewegen.

    17. Referenties

      • Brock, T. C., & Green, M. C. (2005). Persuasion: Psychological insights and perspectives (2e ed.). Sage.
      • Cialdini, R. B. (2009). Influence: Science and Practice (5e ed.). Pearson.
      • Dawkins, R. (1976). The Selfish Gene. Oxford University Press.
      • Faber, W. (2011). Financieel-economische criminaliteit? We kunnen niet zonder! Politieacademie.
      • Faber, W. (2020, feb.). Aanpak ondermijning: strategieën co-nudging 4.0 (deel 2). LinkedIn. Link
      • Hansen, P. G. (2016). The definition of nudge… European Journal of Risk Regulation, 7(1), 155–174.
      • Hansen, P. G., & Jespersen, A. M. (2013). Nudge and the manipulation of choice… EJRR, 4(1), 3–28.
      • Kahneman, D. (2011). Thinking, Fast and Slow. Farrar, Straus & Giroux.
      • Ostrom, E. (1990). Governing the Commons. Cambridge University Press.
      • Przybylski, A. K., e.a. (2013). Fear of missing out… Computers in Human Behavior, 29(4), 1841–1848.
      • Truth Initiative. (z.d.). Truth campaign impact studies. Link
      • United Nations. (z.d.). SDG icons and guidelines. Link
      • The Coca-Cola Company. (z.d.). Share a Coke. Link


    PDF

    Deel deze pagina:

    Praktijkvoorbeelden Eksterstrategie

    Share a Coke campagnebeeld – gepersonaliseerde flesjes

    Voorbeeld 1 — Share a Coke (Coca-Cola)

    Eenvoudige deelbaarheid & co-creatie

    Het logo werd vervangen door voornamen. Mensen gingen zoeken, delen en personaliseren. Het format werkte als sjabloon: iedereen kon het idee eigen maken — precies het soort deelbaarheid dat eksterstrategieën zoeken.

    Eksterstrategie gesymboliseerd door klein meisje met een verstikkende plastic zak over haar hoofd dat staat voor het verstikkende effect van het onvrijwillig meeroken met anderen. © Emeri design

    Voorbeeld 2 — Anti-rook campagne Truth Initiative

    Sociaal bewijs & identiteit

    Gedurfde, jongerentaal en deelbare visuals maakten het “cool” om rookvrij te zijn. Jongeren droegen de boodschap zelf — sociaal bewijs in het kwadraat.

    Voorbeeld 3 — SDG-iconen (VN)

    Beleidsglans & universele symboliek

    Eenvoudige, kleurrijke iconen die overal opduiken: onderwijs, bedrijven, campagnes. De visuele glans nodigt uit tot vrijwillig gebruik en versterkt herkenning.

    In één oogopslag

    Robuustheid samenleving als systeem

    Eksterstrategieën laten (overheids-)beleid zó aantrekkelijk en betekenisvol worden dat anderen het vanzelf oppakken, delen en verder brengen. Niet door dwingende sturing, maar door verleiding, nieuwsgierigheid en eigenaarschap. Zo kan beleid zich verspreiden — niet dankzij centrale regie, maar dankzij de kracht van samenwerking in een samenleving die zelf haar vraagstukken veroorzaakt én moet helpen oplossen. Ondertussen neemt de omvang en exclusiviteit van die overheidsinvloed steeds verder af. Noordegraaf noemt dit de interventiefuik: toenemende vraag naar overheidsinvloed en afnemende beïnvloedingsmogelijkheden.

    Waarom eksterstrategieën nodig zijn

    De overheid staat vandaag onder druk. Burgers, bedrijven en organisaties verwachten steeds meer: oplossingen voor klimaat, woningnood, zorg, migratie, veiligheid en sociale ongelijkheid. Maar veel van die vraagstukken zijn complex en verweven. Ze hebben niet één oorzaak, niet één veroorzaker en dus ook niet één oplosser.

    De samenleving vormt in feite zélf de context én de oorzaak van veel van haar problemen. Economische keuzes, consumentengedrag, mediagebruik, mobiliteit, woonvoorkeuren — alles draagt bij aan patronen die maatschappelijke effecten creëren.

    En juist omdat iedereen bijdraagt aan het ontstaan van die vraagstukken, kan de overheid ze niet in haar eentje oplossen. Van de overheid verwachten dat ze het “wel even fixt” is even onrealistisch als verwachten dat één tandwiel een hele machine laat draaien.

    Wat wél kan: samen invloed uitoefenen. De overheid kan richting geven, inspireren en verbinden, maar heeft anderen nodig om een totaal systeemeffect te bereiken — het resultaat van ieders afzonderlijke bijdrage. Alleen: dat laat zich moeilijk centraal aansturen.

    Daarom zijn Eksterstrategieën ontwikkeld: regieloze aanpakken waarin de overheid de samenleving verleidt, motiveert en activeert om zelf in beweging te komen. Door beleid aantrekkelijk te maken, zodat maatschappelijke partners er zélf mee aan de slag willen. Niet omdat ze moeten, maar omdat het logisch, inspirerend of simpelweg mooi voelt om bij te dragen.

    Wat zijn Eksterstrategieën?

    Eksterstrategieën zijn geen communicatietrucjes, maar een andere manier van invloed uitoefenen.
    Ze draaien om aantrekkingskracht in plaats van aansturing, en om vrijwillige verspreiding in plaats van zenden.

    De naam komt van de ekster — een vogel die niet kan weerstaan aan glanzende dingen.
    In beleid werkt dat net zo: als iets opvalt, nieuwsgierig maakt of emotioneel raakt, willen mensen het zien, delen en verder brengen.

    Eksterstrategieën combineren drie logica’s:

    1. Psychologisch – Ze maken gebruik van inzichten uit de gedragswetenschappen (zoals van Cialdini en Kahneman) om aandacht te trekken en motivatie te activeren.
    2. Sociaal – Ze begrijpen dat invloed ontstaat binnen netwerken, en niet (alleen) via hiërarchische sturing (Ostrom).
    3. Cultureel – Ze zien ideeën als ‘memes’ (Dawkins): culturele eenheden die zich verspreiden, veranderen en evolueren binnen de samenleving.

    Kortom: Eksterstrategieën laten beleid meebewegen met de natuurlijke dynamiek van de samenleving — via aantrekkingskracht, nieuwsgierigheid en gedeeld eigenaarschap.

    Geen losse tactiek maar een strategie

    Een strategie omvat een breed, overkoepelend plan dat is ontworpen om langetermijndoelen te bereiken door visie, missie, functie, principes en doelstellingen binnen een samenhangend kader op elkaar te betrekken. Een tactiek daarentegen verwijst naar specifieke, kortetermijnacties of -tools die worden gebruikt om onmiddellijke resultaten te bereiken binnen die bredere strategie. Waar klassieke campagnes zenden, laat de Eksterstrategie de boodschap leven in handen van anderen — gemeenten, scholen, bedrijven, burgers. Dat is de kracht van regieloze samenwerking.

    De Eksterstrategie beperkt zich niet tot geïsoleerde acties of enkele communicatietechnieken. Variërend met het beleidsdoel bestaan Eksterstrategieën uit systemen van contexten, problemen, betrokkenen, oorzaken, gevolgen, wensen en doelen. Afgezet tegen de genoemde visie, missie etc. Het vereist dat verder wordt gedacht dan individuele campagnes en men zich richt aanhoudende maatschappelijke beïnvloeding via gedecentraliseerde, autonome mechanismen. Deze systemische benadering onderscheidt het van situationele op zichzelf staande tactieken.

    De samenleving als systeem van gedeelde invloed

    De moderne samenleving wordt door haar leden ervaren als een complex en onderling samenhangend systeem. Geen enkele entiteit heeft exclusieve controle over de krachten die sociaal gedrag vormgeven. De distributie van acties en bronnen van invloed is verspreid over talloze actoren: politieke partijen, overheden, bedrijven, niet-gouvernementele organisaties, culturele instellingen, religieuze gemeenschappen, media, individuen etc. Geen enkele actor heeft de middelen of autoriteit om de samenleving als geheel onafhankelijk te beïnvloeden.

    Deze realiteit daagt het traditionele idee van overheidsverantwoordelijkheid uit. Overheden kan men verantwoordelijk willen houden voor maatschappelijke effecten op terreinen als sociale cohesie, openbare veiligheid of collectief welzijn. De chaos en complexiteit van de moderne samenleving zijn daarentegen de cumulatieve uitkomsten van ieders gedrag. Door overheden alleen verantwoordelijk te houden voor maatschappelijke dynamiek, wordt over het hoofd gezien dat invloed gedecentraliseerd is en dat de overheid niet de enige beïnvloedende actor is. Niet in de zin van dader, niet als slachtoffer en ook niet als oplosser. We kunnen niet met elkaar kluwens van problemen creëren en vervolgens van de overheid verwachten dat die het wel eventjes ontward.

    In zo’n samenleving zijn de hulpmiddelen en mechanismen voor invloed verspreid over een eindeloze reeks actoren. Overheden zijn slechts een onderdeel van een groter systeem van invloed. Deze gedecentraliseerde distributie benadrukt de noodzaak van strategieën zoals de Eksterstrategie. Eksterstrategieën vertrekken vanuit de essentie dat invloed voortkomt uit de dynamische interacties tussen diverse actoren, die elk bijdragen aan de evoluerende structuur van de samenleving. Als de samenleving op die pluriforme manier is ontstaan en ontstaat dan zijn ook pluriforme acties nodig om haar te beïnvloeden. Bestuurswetenschapper Elinor Ostrom (1990) liet al zien dat duurzame oplossingen ontstaan wanneer mensen zelf verantwoordelijkheid nemen binnen gedeelde spelregels. De overheid is daarin één actor tussen vele, geen alwetende regisseur.

    De valkuil van kerntaken

    Veel organisaties – ook overheden – trekken zich de laatste jaren terug op hun kerntaken. Onder druk van krappe budgetten, efficiencydoelstellingen en verantwoordingsdruk klinkt al snel: “Dat valt niet binnen onze taak.”
    Maar juist die houding belemmert maatschappelijke vooruitgang. Complexe vraagstukken laten zich niet vangen binnen taakomschrijvingen of afdelingsgrenzen.

    De Eksterstrategie vertrekt daarom vanuit invloed, niet vanuit formele bevoegdheid. Ieder individu en iedere organisatie heeft impact — via gedrag, netwerken, communicatie en voorbeeldfunctie. En wie profiteert van een samenleving, draagt ook verantwoordelijkheid voor haar ontwikkeling. Niet omdat het in het mandaat staat, maar omdat je onderdeel bent van het systeem dat die samenleving vormt.

    Wie zich verschuilt achter zijn kerntaak, onthoudt de samenleving mogelijkheden waar ze dringend om vraagt. Juist nu vraagt invloedssamenleving om meedoen voorbij de taakgrens: bijdragen vanuit wat je kúnt betekenen, niet alleen vanuit wat je moet doen.
    Eksterstrategieën helpen die verschuiving mogelijk te maken — door mensen en organisaties te verleiden om hun invloed in te zetten op plekken waar dat verschil maakt, ook als dat niet in hun functiebeschrijving staat. Het gaat er niet om wat je minimaal moet doen maar maximaal kúnt doen.

    Eigentijdse voorbeelden

    Sinds het paard van Troje zijn er nog tal van voorbeelden van de eksterstrategie toegevoegd. Een paar voorbeelden hoog bovenlangs:

    • Virale marketingcampagnes: De campagne “Share a Coke” van Coca-Cola verving het iconische logo door populaire namen en creëerde gepersonaliseerde, verzamelbare flessen. Consumenten zochten gretig naar flessen met hun naam, deelden foto’s online en verspreidden zo de boodschap van het merk op organische wijze.

    • Berichtgeving over volksgezondheid van de overheid: De Amerikaanse anti-rookcampagne “Truth” maakte gebruik van gewaagde, op jongeren gerichte graphics en provocerende berichten om tieners te boeien. De stoutmoedigheid van de campagne maakte het de moeite waard om te delen, en moedigde jongeren aan om de boodschap te ‘bezitten’ en te verspreiden binnen hun sociale kringen.

    • Diplomatieke symboliek: De iconen van de Sustainable Development Goals (SDG’s) van de Verenigde Naties zijn visueel aantrekkelijk, kleurrijk en gemakkelijk te herkennen. Hun esthetische aantrekkingskracht heeft geleid tot wijdverbreid gebruik in allerlei vormen op merchandise, sociale media en educatief materiaal, wat de waarden mede in het bewustzijn heeft verankerd.

    Oorsprong en theoretische grondslag

    De Eksterstrategie vindt zijn oorsprong in de gedragspsychologie, met name de principes van cognitieve dissonantie en selectieve aandacht. Onderzoek in consumentenpsychologie en marketing geeft aan dat mensen eerder geneigd zijn om te reageren op berichten die een gevoel van nieuwigheid, exclusiviteit of esthetisch genot opwekken (Kahneman, 2011). Net zoals eksters felle objecten verzamelen, worden individuen en organisaties aangetrokken door ideeën die uniek, prestigieus of waardevol lijken. Dit principe is op grote schaal gebruikt in reclame, digitale media en strategieën voor sociale invloed, waardoor het een ideale benadering is voor beleidscommunicatie.

    De Eksterstrategie raakt ook het concept van memetica (Dawkins, 1976), dat beschrijft hoe ideeën zich door populaties verspreiden op manieren die vergelijkbaar zijn met genetische evolutie. Zeer boeiende berichten functioneren als ‘memes’ die worden gekopieerd, aangepast en gedeeld, waardoor ze kunnen blijven bestaan en evolueren binnen een samenleving. Dit model is met name bruikbaar voor campagnes die afhankelijk zijn van publieke participatie en vrijwillige verspreiding, maar niet of minder voor het mobiliseren van maatschappelijke actoren bij het onderhoud van de samenleving.

    Hoe Eksterstrategieën werken

    Eksterstrategieën zijn geen lineaire communicatieplannen, maar levende systemen van beïnvloeding.
    Ze gaan ervan uit dat complexe maatschappelijke vraagstukken – zoals klimaat, gezondheid of veiligheid – systeemproblemen zijn: ze ontstaan uit het samenspel van talloze oorzaken en actoren.
    Daarom kan ook de beïnvloeding ervan alleen effectief zijn als die zelf een systeem vormt: niet één boodschap, één campagne of één zender, maar een samenhangend netwerk van signalen, verhalen en dragers die elkaar versterken.

    Eksterstrategieën bouwen zo’n systeem met zeven onderling verbonden bouwstenen:

    1. Beleidsglans – aantrekkingskracht als ingang
    2. Beleidsglans is het vermogen van beleid om te schitteren — om aandacht te trekken zonder die af te dwingen.
      Het gaat om visuele, emotionele of intellectuele aantrekkingskracht: krachtige beelden, herkenbare taal, een treffende titel, een symbool dat blijft hangen.
      Glans wekt nieuwsgierigheid op en maakt dat anderen het onderwerp willen verkennen of delen.
      Denk aan hoe de SDG-iconen van de Verenigde Naties met hun kleur en eenvoud bijna vanzelf zijn gaan leven in onderwijs en bedrijfsleven.

    3. Nieuwsgierigheid prikkelen – laat ruimte voor ontdekking
    4. Een boodschap die alles al uitlegt, nodigt niet meer uit.
      Nieuwsgierigheid ontstaat juist wanneer iets onaf of intrigerend is.
      Door bewust kleine ‘open eindjes’ in te bouwen – een vraag, een visueel raadsel, een onverwachte invalshoek – worden mensen uitgedaagd om zelf verder te zoeken, reageren of delen.
      Dat activeert het natuurlijke beloningssysteem in het brein (Kahneman, 2011) en verhoogt de betrokkenheid.

    5. Eenvoudige deelbaarheid – maak verspreiding moeiteloos
    6. Een boodschap verspreidt zich alleen als dat eenvoudig kan.
      Eksterstrategieën ontwerpen beleid dat letterlijk deelbaar is: korte video’s, quotes, visuals of formats die zonder toestemming, uitleg of technische kennis kunnen worden overgenomen.
      Net als bij de “Share a Coke”-campagne van Coca-Cola: iedereen kon er zijn eigen variant van maken, waardoor de verspreiding exponentieel groeide.

      Voor overheden betekent dit: materialen en verhalen zo aanbieden dat gemeenten, scholen of maatschappelijke organisaties ze makkelijk kunnen hergebruiken – in eigen toon, met eigen voorbeelden.

    7. Sociaal bewijs – laat zien dat anderen al meedoen
    8. Mensen spiegelen zich aan elkaar.
      Wie ziet dat peers, collega’s of vertrouwde organisaties al iets omarmen, is geneigd te volgen.
      Psycholoog Robert Cialdini noemt dit het principe van social proof.
      Eksterstrategieën benutten dit niet manipulatief, maar als uitnodigend mechanisme: door zichtbaar te maken wat anderen doen, wordt een nieuwe norm vanzelf aantrekkelijk.
      Bijvoorbeeld: toon op sociale media of in campagnes echte mensen, lokale organisaties of bedrijven die al bijdragen aan de beleidsdoelen – en laat hen het verhaal vertellen.

    9. Eigenaarschap stimuleren – geef ruimte aan co-creatie
    10. Wanneer mensen een idee kunnen aanpassen aan hun eigen context, ontstaat eigenaarschap.
      Ze voelen zich niet aangesproken, maar betrokken.
      Dat vraagt om ruimte: om herinterpretatie, aanvulling, lokale invulling.
      De overheid hoeft dus niet bang te zijn dat de boodschap iets verandert; dat moet juist.
      Een beleidsboodschap die zich laat transformeren, verspreidt zich organisch en blijft relevant.

    11. Ethiek bewaken – glans mag verleiden, niet misleiden
    12. De grens tussen invloed en manipulatie is dun.
      Daarom zijn ethische principes essentieel: transparantie over herkomst, respect voor autonomie, en proportioneel gebruik van emotie.
      Eksterstrategieën nemen de inzichten van Hansen & Jespersen (2013) over ‘ethisch nudgen’ serieus: beïnvloeden mag alleen als het mensen helpt om betere keuzes te maken, niet als het ze in een gewenste richting duwt zonder dat ze dat beseffen.
      Echte glans is eerlijk.

    13. Regieloze verspreiding – laat het systeem zijn werk doen
    14. Eenmaal vrijgegeven, moeten boodschappen kunnen leven.
      De overheid houdt dan geen centrale regie, maar blijft observerend aanwezig.
      Ze ondersteunt waar energie ontstaat, deelt succesvolle varianten, en faciliteert kruisbestuiving tussen actoren.
      Het beleid beweegt zich als een levend organisme door de samenleving: elke interactie voegt iets toe aan het geheel.
      Dat vraagt om vertrouwen in het proces — en om durf om los te laten.

      Deze regieloze verspreiding is geen chaos, maar systeemwerking: net als in de natuur ontstaat samenhang uit relatie en interactie.
      Waar klassieke sturing zoekt naar beheersing, vertrouwen Eksterstrategieën op zelforganisatie.
      De rol van de overheid verschuift van dirigent naar componist van context: zij zorgt voor de juiste voorwaarden zodat anderen het stuk kunnen meespelen.

    De autonomie van de adoptieouder

    Een kernprincipe van Eksterstrategieën is autonomie.
    Net als de ekster kiest ook de samenleving zelf welke “glimmertjes” ze wil oppakken.
    De overheid kan haar beleid in de etalage zetten, maar het is aan burgers, bedrijven of maatschappelijke organisaties om te bepalen of het iets is wat hun aandacht trekt – of niet.

    Die vrijwillige adoptie is juist de kracht van Eksterstrategieën.
    De “adoptieouder” ziet iets in de beleidsboodschap dat raakt aan eigen waarden, belangen of identiteit, en besluit dat te omarmen, aan te passen of verder te verspreiden.
    Wat wordt overgenomen, gebeurt dus niet onder druk, maar uit herkenning en intrinsieke motivatie.

    Daarmee onderscheiden Eksterstrategieën zich fundamenteel van propaganda of top-down beïnvloeding.
    De overheid dwingt niet, maar verleidt door de glans van beleid: door iets te laten zien dat relevant, mooi of waardevol lijkt.
    De doelgroep bepaalt zelf of die glans voldoende aantrekkingskracht heeft om te worden geadopteerd.

    Tegelijk vraagt deze vrijheid om zorgvuldigheid.
    Zoals Hansen & Jespersen (2013) bij het concept van nudging benadrukken, is ook een subtiele vorm van beïnvloeding nooit geheel neutraal.
    Sociale en emotionele druk kunnen onbewust meespelen.
    Daarom is het belangrijk dat overheden die Eksterstrategieën toepassen dit bewust erkennen:
    beïnvloeden mag, maar alleen binnen een open, transparant en ethisch kader waarin de keuzevrijheid van de “adoptieouder” behouden blijft.

    In wezen is dat de toets van succes: niet hoeveel mensen iets overnemen, maar dat ze het vrijwillig doen – omdat ze het glanzende idee van de overheid herkennen als iets dat ze zelf willen laten schitteren.

    De ethische kant: glans met geweten

    Hoewel Eksterstrategieën krachtige manieren kunnen zijn om positieve en impactvolle beleidsinhoud aan de man te brengen, creëren ze ook ethische uitdagingen. Dezelfde strategieën die beleidscontent aantrekkelijk, deelbaar en navolgbaar maken, worden ook gebruikt om misinformatie, propaganda of schadelijke inhoud te verspreiden. Beruchte voorbeelden zijn de verspreiding van nepnieuws tijdens politieke campagnes of überhaupt, waarbij bewust emotioneel geladen, misleidende content wordt gebruikt om de aandacht te trekken en viraal te gaan. Om zo vaak van veilige afstand en anoniem de publieke opinie te beïnvloed zonder daarvoor enige verantwoording af te leggen.

    Eksterstrategieën kunnen de gedaante aannemen van het zogenaamde astroturfing. Met behulp van georkestreerde campagnes wordt de illusie gecreëerd van een breed gedragen publieke opinie terwijl die feitelijk nergens op zijn gebaseerd (ze komen uit de lucht vallen) of worden onderbouwd door valse bewijsvoering zoals nepprofielen, deepfake beelden en stories, en verzonnen reviews. Van astroturfing wordt dankbaar gebruik gemaakt bij het beïnvloeden van verkiezingsuitslagen, het motiveren van oorlogsnoodzaak, polarisatie, productpromotie en ook greenwashing.

    Ethische waarborgen bij overheidsgebruik?

    Overheden maken niet per definitie verantwoord gebruik van Eksterstrategieën om gezamenlijke beleidsvorming, gemeenschapsopbouw of maatschappelijke betrokkenheid te bevorderen. Waar in commerciële omgevingen de winstprikkel aanleiding kan geven tot manipulatie, kunnen overheden zo hun eigen motieven hebben tot opinie- en gedragsmanipulatie. De ethische integriteit van Eksterstrategieën is het meest gewaarborgd bij gebruikt door (semi-)overheden die onderworpen zijn aan democratische controlemechanismen. Democratische systemen bieden institutionele waarborgen zoals vrije pers, onafhankelijke rechtspraak, checks and balances en actieve maatschappelijke (actie)groepen, die moeten waarborgen dat beleidsinhoud en mobilisatie- en activeringstactieken de toets der kritiek ondergaan en doorstaan.

    Ondanks de waarborgen die democratische systemen bieden, is misbruik van Eksterstrategieën nog steeds mogelijk op het niveau van individuen, groepen of lokale instellingen. Democratische structuren zijn in principe robuust, maar missen vaak de mogelijkheid om dagelijkse acties binnen gedecentraliseerde netwerken, lokale overheden of kleinere organisatorische eenheden te monitoren. Dit creëert kansen voor onethische praktijken die plaatsvinden onder de radar. Dat benadrukt het belang van waakzaam toezicht, ethische training en transparantieprotocollen. Ook binnen lokale (semi-)overheden. Nu is het zo dat Eksterstrategieën het moeten hebben van een brede verspreiding. Initiatiefnemers kunnen zich mogelijk op de achtergrond verschuilen maar op de voorgrond treden is inherent aan Eksterstrategieën. Dat vereenvoudigt in zekere zin ook het toezicht op hun uitvoering.

    Discussie

    Eksterstrategieën zijn en worden succesvol door (semi-)overheden toegepast als innovatieve en effectieve manier om beleidseffecten organisch te bereiken door niet-dwingend gebruik te maken van natuurlijke stromen van maatschappelijke interacties. Er is eigenlijk geen andere keuze. De beïnvloeding van de samenleving berust niet exclusief bij één actor maar is gedistribueerd over de samenleving. Dat vereist het mobiliseren van een ieder binnen die samenleving om haar of zijn steentje bij te dragen. Dat is het uitgangspunt van Eksterstrategieën.

    De kenmerken die Eksterstrategieën effectief maken, roepen echter ook kritische zorgen op. Haar potentieel misbruik is een reëel probleem zo laat de geschiedenis en actualiteit ons zien. Ondanks de democratische waarborgen rond de strategie kunnen de psychologische principes die het benut ook manipulatief worden aangewend. Niet alleen in of vanuit landen waar het aan democratische waarborgen ontbreekt, maar ook in ons land. Dit risico kan (semi-)overheden ervan weerhouden Eksterstrategieën te omarmen, ook al is het bijna onmogelijk om effectief te besturen zonder enige vorm van invloed in te zetten. De vage grens tussen overreding en manipulatie kenmerkt het ethisch discours. Hoe beleidsrealisatie te onderscheiden die is bedoeld om te informeren van content die subtiel is ontworpen om gedrag negatief te manipuleren?

    Een ander issue hangt samen met het regieloze karakter van Eksterstrategieën. Vergelijk het met memes: eenmaal vrijgegeven, kan beleidscontent zich anders ontwikkelen dan de oorspronkelijke bedoeling van de makers. Kunnen overheden verantwoording afleggen voor berichten die een eigen leven zijn gaan leiden?

    Deze vragen benadrukken de complexe balans tussen effectieve communicatie, ethische verantwoordelijkheid en democratisch bestuur. Doorgaande ontwikkeling van Eksterstrategieën is onvermijdelijk maar een ​​voortdurende dialoog over de implicaties ervan is essentieel opdat invloed doordacht, transparant en in het algemeen belang (wat dat dan ook mag zijn) wordt uitgeoefend.

    Conclusie: beleid dat zichzelf laat bewegen

    Eksterstrategieën vertegenwoordigen een paradigmaverschuiving in de manier waarop overheden en organisaties communicatie en invloed benaderen. Door beleidscontent en verspreidingswijzen te ontwerpen die inherent aantrekkelijk, zelfvoortplantend en ethisch gefundeerd zijn, kunnen deze strategieën een brede maatschappelijke impact hebben op bepaalde doelgroepen. Zonder de noodzaak (en onmogelijkheid) van uitgebreide gecentraliseerde regie. Eksterstrategieën reduceren de administratieve last van ‘overspannen’ publieke instellingen terwijl de maatschappelijke invloed wordt gemaximaliseerd.

    Eksterstrategieën sluiten aan bij de natuurlijke stroom van maatschappelijke ontwikkeling, waarbij invloed organisch ontstaat uit de cumulatieve interacties van diverse actoren. Mits ethisch en doordacht toegepast, heeft het de potentie om de samenleving te beïnvloeden zoals ze ontstaat en is ontstaan.

    Referenties

    • Brock, T. C., & Green, M. C. (2005). Persuasion: Psychological insights and perspectives (2e ed.). Sage Publications.
    • Cialdini, R. B. (2009). Influence: Science and practice (5e ed.). Pearson Education.
    • Dawkins, R. (1976). The selfish gene. Oxford University Press.
    • Faber, W. (2011). Financieel-economische criminaliteit? We kunnen niet zonder! Politieacademie.
    • Faber, W. (2020, februari). Aanpak ondermijning: strategieën co-nudging 4.0 (deel 2). LinkedIn. https://www.linkedin.com/pulse/aanpak-ondermijning-strategieën-co-nudging-40-deel-2-wynsen-faber/
    • Hansen, P. G. (2016). The definition of nudge and libertarian paternalism: Does the hand fit the glove? European Journal of Risk Regulation, 7(1), 155–174. https://doi.org/10.1017/S1867299X00005403
    • Hansen, P. G., & Jespersen, A. M. (2013). Nudge and the manipulation of choice: A framework for the responsible use of the nudge approach to behaviour change in public policy. European Journal of Risk Regulation, 4(1), 3–28. https://doi.org/10.1017/S1867299X00002762
    • Kahneman, D. (2011). Thinking, fast and slow. Farrar, Straus and Giroux.
    • Ostrom, E. (1990). Governing the commons: The evolution of institutions for collective action. Cambridge University Press.
    • Przybylski, A. K., Murayama, K., DeHaan, C. R., & Gladwell, V. (2013). Motivational, emotional, and behavioral correlates of fear of missing out. Computers in Human Behavior, 29(4), 1841–1848. https://doi.org/10.1016/j.chb.2013.02.014
    • Thaler, R. H., & Sunstein, C. R. (2008). Nudge: Improving decisions about health, wealth, and happiness. Yale University Press.
    • Truth Initiative. (z.d.). Truth campaign impact studies. Truth Initiative Foundation. https://truthinitiative.org/research
    • United Nations. (z.d.). Sustainable Development Goals (SDG) icons and guidelines. United Nations. https://www.un.org/sustainabledevelopment/news/communications-material/
    • The Coca-Cola Company. (z.d.). Share a Coke campaign. The Coca-Cola Company. https://www.coca-colacompany.com/

    Citatie voor dit artikel:

    Faber, W. (2006). Eksterstrategie — regieloze implementatie van ‘schitterend’ beleid. Retrieved [insert date] from AVMI: https://avmi.ont.stuurlui.dev/artikel/eksterstrategie/